De pre- en perinatale periode is vormend voor verdere leven
De film werd voorafgegaan door een inleiding van Anna Verwaal en zij leidde tevens de nabespreking. Anna Verwaal is geboorteconsulente, docent primaire periode, lactatie-instructeur en verpleegkundige met moeder-kinder-specialisatie. Ze geeft wereldwijd workshops en lezingen over de langdurige gevolgen van pre- en perinatale periode en geboorte-imprint.
Blauwdruk ligt in prille begin
“De pre- en perinatale psychologie is nog geen bekend vakgebied”, stelt Anna vast. “Men kan nog steeds worden opgeleid tot psycholoog zonder kennis daarvan, terwijl deze primaire periode de meest vormende tijd is voor het verdere leven. Het is wetenschappelijk bewezen dat de conceptie en de geboorte een diepe imprint vormen. Deze hebben een grote invloed op alle relaties in ons leven. Ook onze gezondheid, ons werk en dagelijks leven worden door deze vroege non-verbale, emotionele en somatische imprint bepaald. Het is behulpzaam om meer te weten wat we hebben meegemaakt in de vroege, pre-verbale periode. Veel van ons lijden komt namelijk vanuit ons onbewuste. Het is belangrijk dat we ons hiervan bewust worden. Dan kunnen we dat gaan benoemen en ermee omgaan."
Haar doel is deze inzichten in het belang van de ontstaansgeschiedenis te delen, en professionals te leren hoe hiermee te werken. Want “Het is veel moeilijker om gebroken volwassenen te repareren dan gezonde kinderen te bouwen.”
Ze verbaast zich er dan ook over dat sommige zwangeren naar de bioscoop gaan voor een spannende film.
Voorkom stress
Zo stelt Anna dat een goede voorbereiding voorafgaand aan de zwangerschap van belang is. Wat weet een vrouw over haar eigen conceptie? Hoe waren de omstandigheden in de baarmoeder en bij de geboorte? “Bewustzijn daarvan kan leiden tot een betere verbinding met jezelf. En ga daarbij onopgeloste trauma’s en angsten aan”, adviseert ze. “Dat kan een wereld van verschil maken voor de baby.”
Dat stress invloed heeft op de foetus is wel algemeen bekend; als een moeder zich goed voelt, voelt de baby in de baarmoeder dat ook. De baby leeft mee bij alles wat de moeder. Anna: “We leven in een gehaaste omgeving, met veel prikkels, en stress. Onderzoek heeft aangetoond dat foetussen een snellere hartslag krijgen bij hevige stress van de moeder.”
Ze verbaast zich er dan ook over dat sommige zwangeren naar een bioscoop gaan voor een spannende film. “Al haar reacties en emoties hebben invloed op de foetus. En wat denk je van dat harde geluid, dat door het vruchtwater nog eens wordt versterkt. De film In Utero toont aan dat elke seconde er 50.000 neuronen worden aangemaakt bij een baby. Bij chronische stress komen er steeds meer stresshormonen in de bloedbaan en dat krijgt de baby onherroepelijk mee.”
Geheugen voor de geboorte
Met nadruk: “Er is al een geheugen voor de geboorte, op cellulair niveau. Daarom is de prenatale periode enorm belangrijk, omdat de baby negen maanden lang alles wat de vrouw meemaakt in haar omgeving meebeleeft. Daar moeten we dus zorgvuldiger mee omgaan. In de geboortezorg zouden we ons daarvan meer bewust moeten zijn en een vrouw ondersteuning bieden, vooral als ze met veel stress of in een nare situatie zit.”
Ook geboortezorgprofessionals krijgen deze kennis niet in hun opleiding, ondanks dat het inmiddels ook wetenschappelijk is aangetoond, constateert Anna Verwaal tot haar spijt. Ze adviseert ook alle geboorteprofessionals te kijken naar hun eigen ontstaansgeschiedenis. “Vraag je af of dat wellicht te maken heeft waarom je dit werk bent gaan doen?”
Innerlijke voorbereiding
De bevalling kan een traumatische gebeurtenis zijn voor de baby. Ook daar is nog steeds weinig aandacht voor, stelt Anna.
“Met een vacuümpomp eruit worden getrokken, is voor de baby een heel pijnlijke procedure die later veel problemen tot gevolg kan hebben. Die kindjes vinden het vaak niet fijn als er kleding over hun hoofdje wordt aangetrokken. Zeg: ‘ik weet hoe naar het is wat je is overkomen.’ Bevestig hoe eng het is voor het kind. ‘Ik zal heel voorzichtig je hoofdje aanraken.’ Daarmee geef je het kind een referentiekader en verbind je je met het kind die de ervaring net heeft doorstaan. Leg trouwens steeds uit wat je doet: ‘ik haal je nu uit de kinderstoel’, ‘ik geef je zo een schone luier’.”
Ze besluit: “Ik denk dat we veel minder ‘huilbaby’s’ zouden zien als ze na de geboorte eerder en beter opgevangen zouden worden.”
Auteur: Gerda van Beek
Copyright One4Almere 2024 | Colofon