Draagkracht

11 juni 2021

Net voor mijn eindexamens was het, dat de positieve test haar komst verraadde. Het wiskunde-examen voelde zo relatief en zo belangrijk tegelijk. De gedachte dat ik moeder zou worden – maar vooral hóe ik vorm zou moeten geven aan die taak – liet me wegdwalen in gedachten, waar de stelling van Pythagoras geen antwoorden op gaf.

Een tienermoeder zou ik worden, bij wie óók een vader naast de kinderwagen zou lopen. Daarvan was ik overtuigd. Al voordat ze voldragen was, wist ik dat die gedachte meer wens dan realiteit zou zijn. De relatie bleek niet bestemd voor het aangaan van de taak om samen een veilige omgeving aan een kind te bieden. In mijn ouderlijk huis was geen ruimte voor een jonge moeder, die in haar jeugd al zoveel aandacht had gevraagd in haar rebellie. Ik verhuisde naar een huisje dat ons thuis zou worden. Van ons twee samen. Daar thuis werd ze geboren, in de vroege decembernacht terwijl de regen op het schuine raam tikte. Wisten ze buiten wel dat zojuist zoveel warmte was geboren hier binnen?

Vorig jaar is ze 18 geworden. Mijn dochter. Dezelfde leeftijd dat ik haar kreeg.  Een bijzonder idee. In haar opgroeien had ik een wens voor haar. En een opdracht aan mezelf als moeder. De wens dat ze, terugblikkend op haar transitie naar volwassenheid, zou kunnen zeggen: ‘Ik heb mezelf kunnen zijn’.

Ik heb gepuzzeld met de vraag wat maakte dat ik het pad heb gekozen dat ik liep. Zeker niet die van de minste weerstand. Zonder een karaktereigenschap te ontkennen, ben ik beetje bij beetje mijn drijfveren daarin leren begrijpen. De zoektocht van een jong volwassene naar erkenning en zich gezien voelen. Het idee dat een kind dat diepe gevoel misschien wel kan aanwakkeren. Was het krijgen van een kind een onbewust verlangen tot het voeden van dat gemis? Was het daarom dat op die regenachtige nacht, de warmte werd gevoeld van iets wat niet te vroeg kwam maar van éindelijk daar?

In haar opgroeien heb ik zeker meer dan eens angst gevoeld bij de gedachte dat mijn dochter misschien zelf ook jong zwanger zou raken. De verantwoordelijkheid om dit te voorkomen legde ik niet enkel bij mijn opgroeiende tiener, maar net zo bij mezelf. Iets dat verder ging dan voorlichting over veilig vrijen en het meegaan naar een consult voor anticonceptie. Belangrijker nog dan dat, was de opdracht jaren terug die ik mezelf had meegegeven; dat mijn dochter zichzelf zou kunnen zijn in haar opgroeien. De overtuiging hebben als kind, dat wie je bent al gewoon voldoende is. Een gehechtheid aan jezelf waarin de ander welkom is maar geen leegte hoeft te maskeren.

Een volwassen vrouw van 19 zit hier nu tegenover me aan de eettafel. Ze vindt haar weg wel, soms nog wat zoekend. Ook naar de kracht in haarzelf. Maar ze blijft dicht bij wie ze is, loopt er niet van weg door het pad te bewandelen dat ik volgde. Want ze weet dat alles wat ze zoekt in haar al aanwezig is. Wat fijn om dat op je 19e al te weten. Ze is zo mooi zichzelf.

Door Dorine ten Doeschot

Dorine is bijna afgestudeerd verloskundige, de afgelopen 10 jaar adviseur in het Flevolandse sociaal domein geweest, moeder van twee en schrijft over haar eigen ervaring als moeder en dat wat ze meemaakt als verloskundige i.o. 

Meer nieuws

Vaderschap verdient ook ondersteuning

Vaderschap verdient ook ondersteuning

De betrokkenheid van een vader bij de zwangerschap en opvoeding heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van een kind, zo hebben verschillende onderzoeken aangetoond. Toch gaat over het...

Lees meer